HOLLANDSE WATERLINIES

Overzicht van de inundaties en forten, bekend onder de naam Oude Hollandse Waterlinie. De stad Utrecht werd niet beschermd.

HOLLANDSE WATERLINIES – de eerste Hollandse waterlinie dateert van 1672, het ‘rampjaar’. Nederland werd belaagd door Engeland, Frankrijk en de bisdommen Münster en Keulen. Toen een Franse legermacht van 120.000 man ons land binnenviel, werd op instigatie van stadhouder Willem III een brede strook land tussen de Zuiderzee (het huidige IJsselmeer/Markermeer) en de Biesbosch geïnundeerd (onder water gezet). De functie van deze Hollandse Waterlinie was het verdedigen van de provincie Holland. Hier lag niet alleen Den Haag, het politieke centrum van de Republiek der Nederlanden, maar ook lagen hier de belangrijke handelssteden Amsterdam, Leiden, Delft, Gouda en Rotterdam. Het idee is simpel: door slechts veertig tot vijftig centimeter water in de polder te zetten, worden alle sloten en riviertjes onzichtbaar. Deze bestaande watergangen waren levensgevaarlijke ‘valkuilen’. Een onverwachte onderdompeling in een sloot betekende in veel gevallen de verdrinkingsdood voor mens en paard. En door de geringe diepte was het gebied ook niet toegankelijk voor grote vaartuigen. Deze ‘oude’ waterlinie heeft ervoor gezorgd, dat Nederland niet door de Fransen werd ingenomen.

De Nieuwe Hollandse Waterlinie heeft een lengte van 220 kilometer.

In 1815 werd deze eerste Hollandse Waterlinie officieel buiten werking gesteld en werd begonnen met de aanleg van een nieuwe waterlinie, die ten oosten van de stad Utrecht liep. Sindsdien spreken we van de Oude Hollandse Waterlinie (die uit 1672) en de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Deze laatste werd omstreeks 1870 voltooid en was bedoeld om het westen van Nederland (ditmaal inclusief Utrecht) tegen binnenvallende vijanden te beschermen. Op plekken waar de vijand niet door het water kon worden tegen gehouden, werden tal van verdedigingswerken aangelegd: 45 forten, 6 vestingen, 2 kastelen en talloze kazematten, schuilplaatsen, sluizen en waterwerken. De waterlinie was 85 kilometer lang, 3 tot 5 kilometer breed en strekte zich uit van Muiden tot de Biesbosch. Hij is drie keer in gereedheid gebracht, maar nooit gebruikt.

Op 26 juli 2021 is de Nieuwe Hollandse Waterlinie op de UNECO Werelderfgoed gekomen. De (jongere) De Stelling werd tussen 1880 en 1914 aangelegd. In Muiderberg zou Fort Coehoorn er een onderdeel van worden. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog is dit fort er nooit gekomen. Een fort dat in de buurt van Muiderberg wel is gebouwd, ligt op een eiland, namelijk Pampus (aanleg 1887-1895). In Muiden behoren het Muizenfort en de Westbatterij tot de Stelling; in Weesp het fort op de Ossenmarkt (Torenfort).
De Stelling van Amsterdam staat sinds 1996 op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. De Nieuwe Hollandse Waterlinie is in 2021 in deze lijst opgenomen. Tezamen worden ze ‘Vesting Holland’ genoemd of 'de Hollandse Waterlinies'.

" href="https://historischmuiderberg.nl/glossary/stelling-van-amsterdam/" data-gt-translate-attributes='[{"attribute":"data-cmtooltip", "format":"html"}]' tabindex="0" role="link">Stelling van Amsterdam
had al vanaf 1996 de UNESCO-status. Samen heten zij nu de Hollandse Waterlinies. Belangrijke onderdelen hiervan in de buurt van Muiderberg zijn het Muiderslot, Fort H, het Muizenfort, de Westbatterij (alle in de vestingstad Muiden) en het Forteiland Pampus.

Zie ook het thema-artikel Bunkers en tankversperringen – Encyclopedie Muiderberg

« Terug naar Lexicon A-Z