HET RECHTHUIS – karakteristiek horecapand op de Googweg 1 (hoek Gerard Doulaan) met terras en veranda. De oorspronkelijke boerderij met voorhuis werd eind 18de eeuw ingericht als hotel. Plaatselijke geschillen en kleine overtredingen werden afgehandeld in de opkamer van het hotel. Op 1 oktober 1757 wordt in een vergadering van Schout en Schepenen in “‘t Geregthuys van Muyderberg” besloten, dat aanbrengers van diefstallen een bedrag van fl. 25,- zouden ontvangen; hun namen zouden ‘secreet’ worden gehouden. Niet bekend is of met dit Geregthuys al ‘Het Rechthuis’ wordt bedoeld zoals we dat nu kennen.
Toen in 1811 in ons land de Franse rechtspraak werd ingevoerd, kreeg Naarden een kantongerecht. Het Rechthuis ging toen functioneren als hulpkantongerecht voor Muiderbergse zaken. De kelder was ingericht als kerker; de ijzeren ringen in de muur zitten er nog steeds. ‘s Nachts werd in de ‘gemeente van Muyderberg’ door wakers gepatrouilleerd. Zij moesten ‘alle uren’ rondgaan om diefstal te voorkomen en onraad te signaleren. De wakers moesten er ook op letten of er geen onbekende personen in het dorp rondliepen. In 1777 was besloten dat dorpelingen geen kamers aan vreemdelingen mochten verhuren. Je mocht nog veel meer niet. Als je in die dagen een ezel op de Meent liet lopen, kreeg je een boete van een gulden, of het beest nu was aangelijnd of niet.
Vanaf 1881 ging Het Rechthuis ook dienen als eindstation van de Gooische Stoomtram. In 1899 werd de veranda toegevoegd om reizigers een droge wachtruimte te bieden. Op een buitenmuur staat nog steeds ‘St. Stoomtram’ te lezen. De veranda is vele jaren gebruikt als ontvangstruime bij de intocht van Sinterklaas. Binnen bevindt zich een zaal voor het houden van vergaderingen, recepties, exposities e.d. Deze ruimte is in gebruik geweest als kleuterschool (Kabouterhuis), kapsalon en tijdelijke vestiging van de Deze eerste vergadering begon met wat gemor. Een van de aanwezigen, Jan van der Veer, had bezwaar tegen de gevolgde procedure. Feit was dat het initiatief voor de oprichting was genomen in een vergadering van de 'Aankoopvereeniging Ons Belang'. Een commissie had vervolgens de statuten opgesteld en de oprichtingsakte bij de notaris laten passeren. De bezwaarmaker was van mening, dat de commissie alleen was opgedragen de zaken te onderzoeken met inbegrip van de kosten. Vervolgens zou dan in een algemene vergadering worden besloten tot de oprichting.
De voorzitter (H. v.d. Veer - familie?) bracht hier tegen in, dat aan de Centrale Raiffeisenbank in Utrecht inlichtingen waren gevraagd en dat volgens de bank 'naar den goede regel' was gehandeld. Met deze uitleg werd schoorvoetend akkoord gegaan, zo wordt vermeld in een uitgave van Rabobank Amstel en Vecht *). Jan van der Veer kreeg een plaats in de Raad van Toezicht van de Muiderbergse bank.